“Als je weet hoe een gebouw in elkaar zit, snap je ook wat er gebeurt als je iets weghaalt, vervangt of alleen maar gaat herstellen.”
Van de bouwplaats naar brandschade
Hij begon zijn loopbaan in de bouw. Na zijn studie bouwkunde werkte hij jarenlang bij een aannemersbedrijf, waar hij het vak in de praktijk leerde. “Ik deed daar van alles: van calculatie tot inkoop, van projectleiding tot uitvoering. Heel leerzaam, maar op een gegeven moment was ik toe aan een nieuwe uitdaging.”
Die kwam in 2010, toen hij in contact kwam met Coolen Expertise. “Ik had een offerte gemaakt voor de herbouw van een afgebrande boerderij en werd uitgenodigd op kantoor om die toe te lichten. Ik raakte in gesprek met Maik Vaneker en Anton Coolen. Het klikte. Ik had zin in iets nieuws, iets met meer diepgang dan alleen bouwen. En dat vond ik hier.” Aan het woord is Johan van Griensven, inmiddels bijna 15 jaar contra-expert en sinds 2016 partner bij Coolen Expertise.
Leren door te doen
Als bouwkundige had Johan nog geen ervaring met verzekeringen of schadevaststelling. “In het begin ging ik veel mee met collega’s om het verzekeringstechnische deel en de communicatieve vaardigheden die bij dit werk horen onder de knie te krijgen. Daarna ben ik het NIVRE-traject gaan volgen. Maar je leert het vooral in de praktijk, door mee gaan, goed te luisteren en vragen te stellen.”
Wat hem vooral aansprak? De rol die je als contra-expert speelt voor mensen in een kwetsbare situatie. “Vooral bij particulieren is de impact van een brand enorm. Zij zijn van de ene op de andere dag alles kwijt. Ik denk eigenlijk dat een brand het ergste is wat je kunt meemaken, naast persoonlijk leed. In het begin draait alles dus om de emoties, en is het voor ons de kunst om goed te luisteren en aandacht te geven aan wat zij nodig hebben. Daarna komt pas de financiële werkelijkheid en ga je meedenken over nieuwe plannen, opties en mogelijkheden.”
“Voor particulieren is een grote brandschade ongeveer het ergste wat je kunt meemaken, naast persoonlijk leed.”
Bouwkundige blik
Johan richt zich ook op de bouwkundige kant van het werk. Zijn technische achtergrond helpt hem daarbij. “Als je weet hoe een gebouw in elkaar zit, snap je ook wat er gebeurt als je iets weghaalt, vervangt of alleen maar gaat herstellen. Dan kun je veel beter inschatten wat wel en niet mogelijk is.”
Dat begint al bij de eerste opname op locatie. Johan ziet vaak snel wat de schade betekent voor de constructie en de herstelwerkzaamheden. “Neem een dak dat vervangen moet worden. Dan weet ik meteen: dat zijn een aantal stappen. Daar moet een steiger omheen, en dat heeft gevolgen voor het waterdicht houden van de woning. Als je dat vooraf kunt inschatten, kun je ook beter uitleggen waarom bepaalde maatregelen nodig zijn.”
Bij brandschades speelt stabiliteit ook een grote rol. “Bedrijfsgebouwen bijvoorbeeld, zijn vaak constructief complex. Als je een deel van het pand weghaalt, moet je goed weten of het andere deel dan nog gebruikt mag worden. Kun je het tijdelijk stutten? Moet het hele pand plat? Dat soort afwegingen kun je alleen maken als je snapt hoe het bouwwerk in elkaar zit.”
Die kennis komt ook van pas in het overleg met verzekeraars en aannemers. “Sommige experts van de verzekeraar laten het technische deel liever over aan een aannemer. Maar ik vind: de expert bepaalt wat er moet gebeuren, niet de aannemer. Die voert uit. Daarom nemen wij vaak zelf het voortouw. We maken een plan van aanpak, en dáár laten we vervolgens een begroting op maken.” Daarnaast maakt Johan regelmatig zelf begrotingen. “Zo houden we grip op het proces en kunnen we afwijkingen onderbouwen. Kloppen de hoeveelheden? Zijn de prijzen marktconform? Zijn er stappen vergeten? Alleen zo krijg je een realistisch schadebedrag op tafel.”
Samenwerken met verzekeraars
De laatste jaren merkt Johan dat het beeld van contra-expertise langzaam verandert. “Vroeger werd je als contra-expert nog wel eens met argwaan bekeken. Maar tegenwoordig zijn veel verzekerings-experts eraan gewend dat er iemand namens de klant meedenkt. Zeker bij grotere of complexere schades is dat heel normaal geworden.”
Dat werkt prettig, vindt Johan. “We hebben meestal goed contact met de experts. Ze weten dat we netjes werken, onderbouwen wat we doen en de vaart in het dossier houden. En dat is voor hen ook fijn, want niemand zit te wachten op eindeloos getouwtrek of dossiers die stilvallen.”
Bijzondere zaken
Gevraagd naar dossiers die hem zijn bijgebleven, noemt Johan verschillende zaken. Grote schades die het nieuws hebben gehaald, maar ook kleine, persoonlijke verhalen. “Ik herinner me een gezin met jonge kinderen. Ze waren hun knuffels kwijt na de brand. Dan komt het opeens heel dichtbij.”
Andere zaken blijven hangen vanwege de emotie of onverwachte wendingen. “Je hebt wel eens een dossier dat zich ontwikkelt in een richting die je niet had voorzien. Bijvoorbeeld omdat de schade groter blijkt dan gedacht, of omdat het gesprek met de verzekeraar moeizaam verloopt. Dan moet je blijven bijsturen en volhouden, ook als het lastig wordt. Maar als het dan tóch goed komt, geeft dat enorm veel voldoening.”
Vrijheid en afwisseling
Heeft Johan eigenlijk ooit spijt gehad van zijn overstap uit de aannemerij? “Nee, geen moment. Wat ik bij de aannemer miste vond ik hier: afwisseling, inhoud en verantwoordelijkheid. De ene dag ben ik op kantoor, de andere dag rij ik het hele land door. Van een grote brandschade in een hotel, een keukenbrandje bij een particulier en een kort bezoek aan een klant om een dossier af te ronden. Dat vind ik heerlijk.”
